weg

 

Het is een winterse dag.

Buiten regent het pijpenstelen. Het is guur

en koud.  Na het eten zitten we met ons drieën

voor de buis.   Spangas is er op.

Onze dochter vind dit een leuke serie.

Het is inmiddels standaard dat we hier naar kijken.

als het programma is afgelopen is het bedtijd voor 

onze zoon. We kijken ontspannend,

De aandacht is op de t.v. gericht.

Plotseling sprint onze zoon weg,

Rent de gang op...

o, nee,....

Weg, waar is onze zoon nu zo snel heen?

Ik loop naar de hal en zie de voordeur wagenwijd

open staan.

In het donker is hij de straat overgestoken.

Hij rent nu halverwege.

 

Gelukkig wel aan de overkant op de stoep.

Ik loop op sokken, de regen striemt in mijn gezicht.

net als ik wil oversteken, hoor ik mijn zoon gillen.

er wandelt een vrouw met een hond.

Goed zo,, denk ik,  En ja, daar komt ie weer terug,

hij kijkt angstig naar de hond.

Ik ben de vrouw dankbaar, Het is soms handig

als je zoon bang is voor honden.

 

Als we weer binnen zijn vraag ik hem waarom hij

zo plots naar buiten rende.

Mijn dochter geeft antwoord,  Mam, zegt ze,..

op de t.v. was er een meisje dat boos van huis weg liep.

Juist.  De volgende keer de deuren maar weer op slot.

Je weet immers nooit wat er op welk moment

in zijn hoofd opkomt.